« Les articles 69 et 70 de la loi du 8 juin 2008, qui confirment avec effet à la date du 1 juillet 2005 l'arrêté royal du 3 juillet 2005, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que les parties qui ont introduit leur litige avant la promulgation de la loi du 8 juin 2008 (pro
cédure pendante) et souhaitent soulever l'illégalité de l'arrêté royal du 3 juillet 2005 et demander sa non-application sur base de l'article 159 de la Constitution ne peuvent plus faire contrôler par une juridiction la légalité de celui-ci alors que les parties qui ont obtenu une décision judiciaire avant la date de la promulga
...[+++]tion de la loi du 8 juin 2008 ont pu, quant à elles, faire contrôler par une juridiction la légalité de l'arrêté royal précité ?« Schenden de artikelen 69 en 70 van de wet van 8 juni 2008, die met ingang van 1 juli 2005 het koninklijk besluit van 3 juli 2005 bekrachtigen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de partijen die hun geding vóór de afkondiging van de wet van 8 juni 2008 hebben ingeleid (hangend rechtsgeding)
en de onwettigheid van het koninklijk besluit van 3 juli 2005 wensen op te werpen en de niet-toepassing ervan op grond van artikel 159 van de Grondwet wensten te vorderen, de wettigheid ervan niet meer door een rechtscollege kunnen laten toetsen, terwijl de partijen die vóór de afkondigingsdatum van de wet van 8 juni 2008 een rechterli
...[+++]jke beslissing hebben verkregen, de wettigheid van het voormelde koninklijk besluit wel door een rechtscollege hebben kunnen laten toetsen ?