2. rappelle les graves conséquences d'épidémies passées comme celle de l'encéphalopathie spongiforme bovine, qui a représenté une menace pour la santé publique, entraîné des interdictions à grande échelle d'exportations vers le marché intérieur de l'Union, entravé les ac
tivités de commerce extérieur de certains États membres et provoqué de graves dommages au secteur européen de l'élevage; est néanmoins d'avis que la transformation de protéines anim
ales représente une source précieuse de protéines et contribue au rééquilibrage du défi
...[+++]cit européen en protéines; prend acte de la communication de la Commission au Conseil et au Parlement européen, intitulée "Feuille de route n° 2 pour les encéphalopathies spongiformes transmissibles (EST)" (COM(2010)0384), qui vise à assouplir l'interdiction d'utiliser des protéines animales transformées quand il s'agit d'introduire des protéines issues de non-ruminants dans l'alimentation de non-ruminants; souligne que l'assouplissement de cette interdiction ne peut être envisagée que si des preuves scientifiques et des techniques d'analyses garantissent l'exclusion de tout risque de transmission de maladies et l'interdiction du recyclage par la même espèce; 2. wijst op de ernstige gevolgen van de BSE-plagen die zich in het verleden hebben voorgedaan, en die zich hebben gemanifesteerd als bedreigingen voor de volksgezondheid, grootschalige exportverboden op de interne markt van de EU, belemmering van de externe handels
activiteiten van de lidstaten en zware schade voor de Europese veeteeltsector; is van mening dat verwerkte dierlijke eiwitten een waardevolle bron van eiwitten vormen en een deel van de oplossing zijn voor het herstel van het eiwittekort in de EU; neemt kennis van de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad met als titel "Het TSE-stappenplan 2" (COM(2
...[+++]010)0384), waarmee wordt beoogd de invoering te vergemakkelijken van het verbod op het gebruik van verwerkte dierlijke eiwitten van niet-herkauwers in voor niet-herkauwers bestemd veevoeder; benadrukt dat pas aan versoepeling van het voederverbod te denken valt indien aan de hand van wetenschappelijk bewijsmateriaal en wetenschappelijke testmethoden kan worden gegarandeerd dat overdracht van ziekten kan worden uitgesloten en dat het verbod op hergebruik binnen dezelfde soort kan worden afgedwongen;