Selon l'article 52, 11°, en cause, du même Code, constituent des frais professionnels « les intérêts effectivement payés de dettes contractées auprès de tiers par des administrateurs et des associés actifs en vue de la souscription ou de l'acquisition d'actions ou parts représentatives d'une fraction du capital social d'une société résidente dont ils perçoivent périodiquement des rémunérations au cours de la période imposable ».
Volgens het in het geding zijnde artikel 52, 11°, van hetzelfde Wetboek worden als beroepskosten aangemerkt « de door bestuurders en werkende vennoten werkelijk betaalde interest van schulden aangegaan bij derden voor het inschrijven op, of het verkrijgen van aandelen die een fractie van het maatschappelijk kapitaal van een binnenlandse vennootschap vertegenwoordigen waarvan zij in het belastbare tijdperk periodiek bezoldigingen ontvangen ».