On se demande comment la Cour pourrait décider que la loi spéciale du 6 janvier 1989 qui crée la Cour d'arbitrage et dont celle-ci tient ses pouvoirs porte atteinte aux articles 10 et 11 de la Constitution dans la mesure où cette loi ne permet pas de combler les lacunes des lois fiscales mais seulement, le cas échéant, d'annuler des dispositions de ces lois.
De vraag rijst hoe het Hof zou kunnen beslissen dat de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, waaruit het zijn bevoegdheden haalt, inbreuk maakt op de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die wet niet de mogelijkheid biedt de leemten van de fiscale wetten aan te vullen, maar enkel in voorkomend geval de bepalingen van die wetten te vernietigen.