Elle pourrait déboucher sur les situations suivantes: un homme et une femme mariés cohabitent; la femme entretient une brève relation extraconjugale qu'elle-même ou son amant rompt; elle est enceinte; son ancien amant (qui suppose être le géniteur de l'enfant) pourrait intenter l'action en contestation de paternité, avant la naissance dès qu'il est informé de la grossesse, alors que, conformément à l'article 331bis du Code civil, la mère et le conjoint doivent attendre la naissance de l'enfant pour intenter l'action.
Zij zou tot volgende situatie aanleiding kunnen geven : een gehuwde man en een vrouw leven samen, de vrouw heeft een kortstondige buitenhuwelijkse relatie maar breekt die af of haar minnaar breekt die af, ze wordt zwanger, haar gewezen minnaar [die veronderstelt dat hij het kind verwekt heeft] zou dan reeds vóór de geboorte, van zodra hij de zwangerschap verneemt, de vordering tot betwisting van het vaderschap kunnen inleiden, terwijl de moeder en de echtgenoot overeenkomstig artikel 331bis Burgerlijk Wetboek voor het instellen van de vordering moeten wachten tot na de geboorte van het kind.