3. observe que, aux termes de l'article 6 du traité UE, l'Union doit adhérer à la convention européenne des droits de l'homme; prend acte de l'avis 2/2013 de la Cour de justice de l'Union européenne; invite la Commission et le Conseil à mettre en place les inst
ruments nécessaires afin que l'obligation susmentionnée - inscrite dans les traités - soit remplie dans les plus brefs délais; estime que cela doit se faire en toute transparence, dès lors qu'il s'agit d'é
tablir un mécanisme supplémentaire afin d'accroître le respect effectif
...[+++] et la protection des droits fondamentaux des individus contre les violations, y compris le droit à un recours effectif, et de renforcer la responsabilité des institutions européennes à l'égard de leurs actions ou omissions en ce qui concerne les droits fondamentaux; 3. herinnert aan de verplichting tot toetreding tot het EVRM, zoals bepaald in artikel 6 VEU; neemt kennis van het advies 2/2013 van het Hof van Justitie van de EU; vraagt de Commissie en de Raad om de nodige instrumenten in
te voeren om ervoor te zorgen dat aan die verplichting als verankerd in de Verdragen onmiddellijk wordt voldaan; is van mening dat hierbij volledige transparantie in acht moet worden genomen, omdat dit een bijkomend mechanisme oplevert om te zorgen voor reële eerbiediging en om de bescherming van individuen tegen schendingen van hun grondrechten, inclusief het recht op een effectieve voorziening te handhaven, alsm
...[+++]ede om de Europese instellingen meer rekenschap te laten afleggen voor hun handelen en nalaten ten aanzien van de grondrechten;