Art. 17. § 1. Pour le recouvrement de la taxe régionale, des intérêts et des majorations, la Région a un privilège général sur tous les biens meubles du redevable, à l'exception des navires et bateaux, et à une hypothèque légale sur tous les biens appartenant au redevable et situés sur le territoire de la Région et qui sont susceptibles d'hypothèques.
Art. 17. § 1. Voor de inning van de gewestbelasting, de intresten en de verhogingen, beschikt het Gewest over een algemeen voorrecht op alle roerende goederen van de belastingplichtige met uitzondering van schepen en vaartuigen, en over een wettelijke hypotheek op alle goederen toebehorend aan de belastingplichtige en gelegen op het grondgebied van het Gewest en waarop hypotheek kan worden gevestigd.