Or la loi américaine qui prévoyait en 1978, après le scandale du Watergate, la possibilité de mettre sur écoute et de collecter des données, ne l'autorisait que s'il y avait une suspicion sur une personne susceptible de se livrer à des activités terroristes ou à des crimes.
Ze voegde eraan toe dat de Amerikaanse wet, die na het Watergate-schandaal in 1978 de telefoontap en het verzamelen van gegevens mogelijk heeft gemaakt, dit slechts toeliet indien er een vermoeden bestond dat een bepaalde persoon zou kunnen overgaan tot terroristische activiteiten of misdaden.