Vu l'urgence, dans la perspective des élections des Conseils de communauté ou de région, de lever la contradiction contenue actuellement dans les lois électorales, le président de la commission, M. Vandenhove, a soumis le 13 mars 2004 une lettre, datée du même jour, au président du Sénat, dans laquelle 12 membres de la commission (c'est-à-dire la majorité des deux tiers requise par l'article 22.3 du règlement du Sénat) déclaraient marquer leur accord sur l'engagement de la procédure prévue à l'article 22.3 du règlement du Sénat.
Gelet op de dringende noodzakelijkheid om de bestaande tegenstrijdigheid in de kieswetten op te heffen met het oog op de nakende verkiezingen voor de gemeenschaps- of gewestraden, heeft de voorzitter van de commissie, de heer Vandenhove, op 16 maart 2004 een brief van dezelfde datum voorgelegd aan de voorzitter van de Senaat waarin twaalf (= vereiste tweederde meerderheid overeenkomstig artikel 22.3. van het reglement van de Senaat) leden van de commissie zich akkoord verklaarden met de in artikel 22.3. van het reglement van de Senaat bepaalde procedure.