Comme il est mentionné en B.6, la disposition en cause se fonde sur l'article 4, § 1, de la loi spéciale de financement du 16 janvier 1989, en vertu duquel les régions sont compétentes pour modifier le taux d'imposition, la base d'imposition et les exonérations des droits de succession et des droits de mutation par décès, qui constituent, aux termes de l'article 3, alinéa 1, 4°, de cette même loi spéciale, un impôt régional.
Zoals is vermeld in B.6, is de in het geding zijnde bepaling gebaseerd op artikel 4, § 1, van de Bijzondere Financieringswet van 16 januari 1989, op grond waarvan de gewesten bevoegd zijn om de aanslagvoet, de heffingsgrondslag en de vrijstellingen van het successierecht en het recht van overgang bij overlijden te wijzigen, die krachtens artikel 3, eerste lid, 4°, van dezelfde bijzondere wet een gewestelijke belasting zijn.