M. Tobback n'aperçoit pas pourquoi la réciprocité devrait valoir par exemple pour la situation de l'Américain qui réside à Louvain pendant dix ans, qui paye des impôts et participe à tout.
De heer Tobback ziet niet in waarom je de reciprociteit bijvoorbeeld zou koppelen aan de situatie van de Amerikaan die tien jaar in Leuven verblijft, die belastingen betaalt en aan alles deelneemt.