Nonobstant toute décision d'expulsion passée en force de chose jugée et malgré l'expiration des délais accordés, en vertu du § 1 de cet article, il doit être sursis à toute mesure d'expulsion non exécutée à la date du 15 décembre de chaque année jusqu'au 15 février de l'année suivante, à moins que le relogement de l'intéressé soit assuré dans des conditions suffisantes respectant l'unité, les ressources financières et les besoins de la famille».
Niettegenstaande enige in kracht van gewijsde gegane beslissing tot uitzetting en ondanks het verstrijken van de termijnen toegekend overeenkomstig paragraaf 1 van dit artikel, moeten alle uitzettingsmaatregelen die op 15 december van elk jaar niet uitgevoerd zijn, opgeschort worden tot 15 februari van het volgende jaar, tenzij de betrokkene opnieuw gehuisvest kan worden in dusdanige omstandigheden dat geen afbreuk wordt gedaan aan de eenheid, de financiële middelen en de behoeften van het gezin».