En vertu notamment de l'article 289, § 2, du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, tout renseignement, pièce, procès-verbal ou acte découvert ou obtenu dans l'exercice de ses fonctions, par un agent d'une administration fiscale de l'État, peut être invoqué par l'État pour la recherche de toute somme due en vertue des lois d'impôts.
Overeenkomstig artikel 289, § 2, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten kan elke inlichting, stuk, proces-verbaal of akte, ontdekt of bekomen in het uitoefenen van zijn functie door een ambtenaar van een fiscaal rijksbestuur, door de Staat ingeroepen worden voor het opsporen van elke krachtens de belastingwetten verschuldigde som.