(58 bis) Dans l'optique de l'accroissement de la part du transport ferroviaire de marchandises et de voyageurs par rapport à d'autres modes de transport, il est souhaitable que, lors de l'internalisation des coûts externes, les États membres veillent à ce que les redevances différenciées ne se répercutent pas de manière négative sur l'équilibre financier du gestionnaire de l'infrastructure.
(58 bis) Met het oog op het verhogen van het aandeel van het vervoer via de spoorwegen van goederen en passagiers, ten opzichte van andere vervoersmodaliteiten, is het wenselijk dat bij het internaliseren van externe kosten de lidstaten ervoor zorgen dat de gedifferentieerde heffingen geen negatieve gevolgen hebben voor het financieel evenwicht van de infrastructuurmanager.