Par dérogation aux alinéas précédents, ne doit pas être inscrit auprès de la cellule pour l'emploi, le travailleur qui à la fin de la période couverte par l'indemnité de congé visée à l'article 39 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, soit aura atteint l'âge de 58 ans, soit pourra justifier 38 ans de passé professionnel conformément à l'article 89, § 2, 2°, de l'arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage.
In afwijking van de vorige leden moet niet ingeschreven zijn bij de tewerkstellingscel, de werknemer die op het einde van de periode gedekt door de opzeggingsvergoeding bedoeld in artikel 39 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, ofwel de leeftijd van 58 jaar zal bereikt hebben, ofwel 38 jaar beroepsverleden zal bewijzen overeenkomstig artikel 89, § 2, 2° van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.