12. fait remarquer que la diminution radicale des ressources pour la croissance rurale entrave l'élaboration de plans d'action et demande que la priorité soit donnée aux projets nationaux ou régionaux de développement rural qui visent à la lutte contre l'érosion, à des travaux hydrauliques, à des actions agricoles et environnementales d'économie d'eau et, plus généralement, à l'amélioration des conditions de maintien de la capacité de production des petites et moyennes exploitations d'agriculture et d’élevage;
12. wijst erop dat de drastische inkrimping van de middelen voor de groei van het platteland het uitwerken van actieplannen in de weg staat en verlangt dat voorrang wordt verleend aan de nationale of regionale projecten voor plattelandsontwikkeling die gericht zijn op de strijd tegen de bodemerosie, op de verwezenlijking van waterbouwkundige werken, landbouw- en milieuacties voor waterbesparing, en, meer in het algemeen, op het verbeteren van de omstandigheden voor de instandhouding van de productie van de kleine en middelgrote landbouwbedrijven en veehouderijen;