Le CONSEIL D'ÉTAT, section de législation, chambres réunies, saisi par le Président du Sénat, le
3 juin 2004, d'une demande d'avis, dans un délai de cinq jours ouvrables, prorogé à huit jours ouvrables (1) sur une p
roposition de loi « instaurant une indemnité compensatoire de pertes de revenu en faveur des travailleurs indépendants victimes d'inconvénients dus
à la réalisation de travaux sur le domaine public » (do c., Sénat, 2003/
...[+++]2004, nº 386/1), a donné le 8 juin 2004 l'avis suivant :
De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving, verenigde kamers, op 3 juni 2004 door de Voorzitter van de Senaat verzocht hem, binnen een termijn van vijf werkdagen, verlengd tot acht werkdagen (1), van advies te dienen over een voorstel van wet « betreffende de uitkering van een inkomenscompensatievergoeding aan zelfstandigen voor hinder ten gevolge van werken op het openbaar domein » (Stuk, Senaat, 2003/2004, nr. 386/1), heeft op 8 juni 2004 het volgende advies gegeven :