La police doit pouvoir effectuer des poursuites transfrontalières pour des types d'infraction supplémentaires et être en mesure, lorsque les autorités territorialement compétentes des États membres dans lesquels la poursuite a lieu ne peuvent intervenir immédiatement, d'agir elle-même en vue d'établir l'identité de la personne poursuivie et de la remettre à ces autorités.
De politie moet bij meer strafbare feiten de achtervolging over de grens kunnen voortzetten en, in gevallen waarin de plaatselijke bevoegde instanties van de lidstaat waarin de achtervolging plaatsvindt niet onmiddellijk kunnen optreden, over de middelen beschikken om zelf doeltreffend op te treden teneinde de achtervolgde persoon te identificeren en deze over te dragen aan de plaatselijke bevoegde instanties.