PFDC a introduit un recours contre cette décision devant la cour d’appel de Paris (France), laquelle a demandé à la Cour de justice si une interdiction générale et absolue de vendre sur Internet constitue une restriction de la concurrence « par objet », si un tel accord peut bénéficier d’une exemption par catégorie, et si, lorsque l’exemption par catégorie est inapplicable, cet accord peut bénéficier d’une exemption individuelle au titre de l’article 101, paragraphe 3, TFUE.
PFDC heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld bij de Cour d’appel de Paris (Frankrijk), dat het Hof van Justitie de vraag heeft voorgelegd of een algemeen en absoluut verbod van verkoop op internet naar zijn strekking een ‚hardekernbeperking’ van de mededinging opleverde, of een dergelijke overeenkomst voor een groepsvrijstelling in aanmerking kwam en of, indien de groepsvrijstelling niet van toepassing was, deze overeenkomst in aanmerking kwam voor een individuele vrijstelling krachtens artikel 101, lid 3, VWEU.