observe que le CDHNU est susceptible d'offrir un cadre valable pour les initiatives multilatérales de l'Union en faveur des Droits de l'homme; observe avec inquiétude le fait qu'au cours de sa dernière année d'activités, ce nouvel organe n'a pas démontré sa crédibilité mais souligne à nouveau le rôle crucial du CDHNU dans l'architecture globale des Nations unies; est convaincu que la mise en œuvre du mécanisme de
l'examen périodique universel permettra d'obtenir les premiers résultats et améliorations concrets; invite le Conseil et la Commission à suivre de près ce process
...[+++]us pour que soit mise en œuvre la résolution 60/251 du 15 mars 2006 de l'Assemblée générale des Nations unies sur le CDHNU, qui instaure l'examen périodique universel, sur la foi d'informations objectives et fiables, de la manière dont chaque État membre s'acquitte de ses obligations et de ses engagements en matière de Droits de l'homme, de façon à garantir l'universalité de son action et l'égalité de traitement de tous les États; invite le Conseil à consulter le Parlement sur la question; merkt op dat de UNHRC het potentieel heeft zich te ontwikkelen tot een nuttig kader voor de multilaterale inspanningen op mensenrechtengebied van de Europese Unie; merkt met bezorgdheid op dat in het afgelopen jaar van werkzaamheden het nieuwe orgaan zijn geloofwaardigheid niet heeft bewezen, maar benadrukt nogmaals de cruciale rol van de UNHRC binnen de hele VN-structuur; vertrouwt erop dat d
e invoering van het universeel periodiek toetsingsmechanisme zal leiden tot de eerste concrete resultaten en verbeteringen; verzoekt de Raad en de Commissie het verloop van dit proces zorgvuldig te volgen, teneinde er zeker van te zijn dat resolu
...[+++]tie 60/251 van de Algemene Vergadering van de VN van 15 maart 2006 inzake de UNHRC hiermee wordt geïmplementeerd, wat de start is van een universele periodieke toetsing, waarbij op basis van objectieve en betrouwbare informatie wordt onderzocht of de afzonderlijke staten hun mensenrechtenverplichtingen en -verbintenissen zijn nagekomen, op een wijze die een universele dekking en gelijke behandeling van alle staten verzekert; verzoekt de Raad het Parlement over deze kwestie te raadplegen;