Dans le quatrième moyen, la partie requérante fait valoir que l'article 5, § 2, de la loi attaquée viole le principe d'égalité et de non-discrimination en ce que, pour les faits punissables mentionnés dans cette disposition, en cas d'exécution d'un mandat d'arrêt européen, il est dérogé sans justification objective et raisonnable à l'exigence de la double incrimination, alors que cette exigence est maintenue pour d'autres infractions.
In het vierde middel voert de verzoekende partij aan dat artikel 5, § 2, van de bestreden wet het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schendt doordat voor de strafbare feiten vermeld in die bepaling, bij de tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel, zonder objectieve en redelijke rechtvaardiging wordt afgeweken van de vereiste van dubbele incriminatie, terwijl die vereiste wel behouden blijft voor andere strafbare feiten.