Les membres du personnel visés au § 1, alinéa 3, qui n'ont pas bénéficié d'une nomination à titre définitif conformément au § 1, alinéa 1, valorisent l'ancienneté acquise au sein du pouvoir organisateur selon le mode de calcul prévu à l'article 18 et restent soumis à l'application du présent décret, pour autant qu'ils soient prioritaires auprès du pouvoir organisateur conformément à l'article 23, § 1.
De personeelsleden bedoeld in § 1, derde lid die geen benoeming in vast verband hebben gekregen overeenkomstig § 1, eerste lid, behouden de anciënniteit verworven binnen de inrichtende macht volgens de berekeningswijze bedoeld in artikel 18 en blijven onderworpen aan de toepassing van dit decreet voor zover ze prioritair zijn bij de inrichtende macht overeenkomstig artikel 23, § 1.