En outre, la CJUE a reconnu[92] que le droit au respect de la vie privée ou familiale doit être lu en corrélation avec l’obligation de prise en considération de l’intérêt supérieur de l’enfant[93] et en tenant compte de la nécessité pour un enfant d’entretenir régulièrement des relations personnelles avec ses deux parents[94].
Voorts heeft het HvJ[92] geoordeeld dat het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie‑ en gezinsleven moet worden bezien in samenhang met de verplichting van artikel 24, lid 2, van het Handvest om rekening te houden met de belangen van het kind[93], en met inachtneming van de noodzaak dat een kind regelmatig persoonlijke betrekkingen met zijn beide ouders onderhoudt[94].