Le ministère public et la Sûreté de l'État vérifient, à la demande de la Commission nationale de l'acquisition de la nationalité et aux conditions et de la manière prévues à l'article 21ter, § 2, si l'intéressé constitue une menace pour la société ou manifeste de l'hostilité à l'égard de celle-ci, et l'Office des étrangers vérifie s'il satisfait aux conditions de résidence.
Op verzoek van de Nationale commissie voor de nationaliteitsverkrijging en onder de voorwaarden en op de wijze bepaald in artikel 21ter, § 2, onderzoeken het openbaar ministerie en de dienst Veiligheid van de Staat of de belanghebbende een bedreiging vormt voor de samenleving of blijk geeft van vijandigheid tegenover de samenleving, en onderzoekt de Dienst Vreemdelingenzaken of hij voldoet aan de voorwaarden inzake verblijf.