demande aux États membres d'organiser des campagnes auprès du grand public et des organismes privés pour améliorer la visibilité et renforcer la compréhension des avantages de la régularisation du travail domestique et des soins aux personnes, de manière à donner de la dignité à la profession et à assurer la reconnaissance du rôle important des femmes employées de maison, auxiliaires de vie et gardes d'enfants et de leur contribution aux rouages de la société; invite, dans le même temps, les États membres à sensibiliser leurs citoyens à l'existence de formes graves d'exploitation au sein de ménages de particuliers, en fixant un objectif de tolérance zéro face à l'exploitation des travailleurs de ces secteurs.
verzoekt de lidstaten campagnes te voeren om de voordelen van geregulariseerd huishoudelijk werk en zorg zichtbaarder te maken en meer bekendheid te geven bij het grote publiek en privébedrijven, zodat het beroep in ere wordt hersteld en erkend wordt dat vrouwelijk huishoudelijk personeel en verzorgers belangrijk werk verrichten en een belangrijke schakel zijn in het raderwerk van de maatschappij; verzoekt de lidstaten tegelijkertijd om het grote publiek bewuster te maken van het bestaan van ernstige uitbuiting in particuliere huishoudens door ten aanzien van de uitbuiting van deze werknemers naar een nultolerantie te streven.