Vertaling van "« L'interdiction de céder le bail " (Frans → Nederlands) :

33° Bail glissant : bail de résidence principale conclu avec l'accord exprès ou tacite du bailleur principal, par une des personnes morales définies par le Gouvernement en vue de sous-louer simultanément le bien loué à une personne qui dispose du droit, à l'issue de son accompagnement social et pour autant que les objectifs de celui-ci soient atteints, de se voir automatiquement céder le bail principal dont elle devient ainsi le preneur direct.
33° Glijdende huurovereenkomst : huurovereenkomst voor hoofdverblijfplaats gesloten, met uitdrukkelijk of stilzwijgend akkoord van de hoofdverhuurder, door één van de rechtspersonen gedefinieerd door de Regering om tegelijkertijd het gehuurde goed onder te verhuren aan een persoon die het recht heeft om, na het verstrijken van zijn sociale begeleiding en voor zover de doelstellingen hiervan zijn bereikt, zich de hoofdhuurovereenkomst automatisch te laten overdragen waarbij hij vervolgens de rechtstreekse huurder wordt.

« 38° bail glissant : bail d'habitation au sens du Code civil, conclu entre un bailleur et un des opérateurs immobiliers déterminés par le Gouvernement en vue d'une sous-location du bien loué à une personne en état de précarité qui dispose du droit, à l'issue de son accompagnement social et pour autant que les objectifs de celui-ci soient atteints, de se voir automatiquement céder le bail principal dont elle devient ainsi le preneur direct;
"38° glijdende huurovereenkomst: huurovereenkomst in de zin van het Burgerlijk Wetboek, gesloten tussen een verhuurder en één van de door de Regering bepaalde vastgoedbeheerders met het oog op een onderverhuring aan een persoon in precaire toestand aan wie aan het einde van zijn begeleiding en voor zover de doelstellingen ervan worden bereikt, de hoofdhuurovereenkomst automatisch kan worden afgestaan, waarvan ze op die manier de rechtstreekse huurder wordt;

3º l'interdiction de céder le bail ou de sous-louer;
3º het verbod om de huurovereenkomst over te dragen of onder te verhuren;

Deux mois avant l'expiration de la première et de la deuxième année du bail, la personne morale qui a conclu le bail principal peut le céder au sous-locataire, pour autant qu'elle estime qu'il a atteint les objectifs de l'accompagnement social définis en début de bail, dont un degré d'autonomie suffisant pour assumer les obligations qui découlent du contrat de bail principal.
Twee maanden vóór het verstrijken van het eerste en tweede huurjaar, kan de rechtspersoon die de hoofdhuurovereenkomst aangegaan heeft deze aan de onderhuurder overdragen, voor zover hij van mening is dat de onderhuurder de doelstellingen van de sociale begeleiding gedefinieerd bij aanvang van de huurovereenkomst, waaronder een voldoende graad van zelfredzaamheid om in te staan voor de verplichtingen die voortvloeien uit de hoofdhuurovereenkomst, bereikt heeft.

Dans bien des cas, ces dispositions contractuelles empêchent bien sûr virtuellement l'article 47 de jouer son rôle économique et social : lorsque le contrat de bail ou de concession passé avec le failli concernant un immeuble d'exploitation prend fin par le simple fait de la situation de faillite, le curateur peut difficilement poursuivre les activités, alors même qu'une telle poursuite, éventuellement dans le cadre d'une reprise prévue, pourrait sauver l'activité économique et l'emploi, sans parler de la possibilité de céder le bail ou la concession et des négociations que cette cession implique normalement.
De bedoelde contractbepalingen maken het natuurlijk in vele gevallen virtueel onmogelijk artikel 47 zijn economische en sociale rol te laten vervullen : wanneer de huurovereenkomst of de concessie met de gefailleerde voor het bedrijfspand eindigt louter omwille van zijn faillissementstoestand kan de curator bezwaarlijk de activiteiten verderzetten, zelfs wanneer dit mogelijks, in het kader van een geplande overname, de redding van de economische activiteit en de tewerkstelling van het personeel zou kunnen betekenen.

« Art. 1717. — Le preneur a le droit de sous-louer et même de céder son bail à un autre, si cette faculté ne lui a pas été interdite.
« Art. 1717. — De huurder mag onderverhuren en zelfs zijn huur aan anderen overdragen, indien dit recht hem niet is ontzegd.

2. Le bailleur demande l'établissement des droits au paiement conformément à l'article 12, en joignant à sa demande une copie du contrat de bail et en indiquant les unités de production et le nombre d'hectares dont il a l'intention de céder à bail les droits au paiement correspondants.
2. De verhuurder dient overeenkomstig artikel 12 een aanvraag tot vaststelling van de toeslagrechten in, voegt bij die aanvraag een kopie van het verhuurcontract en geeft in die aanvraag het aantal hectaren aan waarvoor hij voornemens is de toeslagrechten te verhuren.

c)que le bailleur décide de céder à bail ses droits au paiement à l'agriculteur ayant pris à bail tout ou partie de son exploitation.
c)hij beslist zijn toeslagrechten te verhuren aan de landbouwer aan wie hij het bedrijf of een deel ervan heeft verhuurd.