L'alinéa 2 prévoit que le fait pour l'adulte concerné de croire que son interlocuteur n'est élusif de l'infraction que si l'intéressé prouve qu'il a pris les mesures raisonnables pour s'assurer de la majorité effective de son interlocuteur.
Het tweede lid bepaalt dat het feit dat de betrokken volwassene gelooft dat zijn gesprekspartner meerderjarig was, het misdrijf slechts doet vervallen wanneer de betrokkene bewijst dat hij redelijke maatregelen getroffen heeft om zich te vergewissen van de effectieve meerderjarigheid van zijn gesprekspartner.