Conditions de nomination Pour pouvoir être nommé membre de la Commission, le candidat doit satisfaire à l'une des conditions suivantes : A. avoir, en Belgique et pendant au moins cinq ans, occupé la fonction; a) soit de conseiller, de procureur général, de premier avocat général ou d'avocat général à la Cour de cassation b) soit de conseiller d'Etat ou d'auditeur général, d'auditeur général adjoint ou de premier auditeur ou de premier référendaire au Conseil
d'Etat; c) soit de juge ou de référendaire à la Cour constitutionnelle; d) soit de professeur ordinaire, de professeur extraordinaire, de professeur ou de professeur associ
é de droit ...[+++] dans une université belge; e) soir de président, de procureur général ou de conseiller à la cour d'appel; f) soit de président d'un tribunal de première instance; B. avoir été pendant cinq ans au moins, et ne plus être au moment de sa nomination à la Commission, membre du Sénat ou de la Chambre des représentants; C. avoir été pendant cinq ans au moins, et ne plus être au moment de sa nomination à la Commission, un mandataire public tel que stipulé à l'article 2, 2° à 10°, de la loi du 6 janvier 2014.Benoemin
gsvoorwaarden Om te kunnen worden benoemd, dient de kandidaat aan één van de volgende voorwaarden te voldoen : A. in België gedurende ten minste vijf jaar de functie te hebben uitgeoefend : a) hetzij van raadsheer, procureur-generaal, eerste advocaat-generaal of advocaat-generaal bij het Hof van Cassatie; b) hetzij van staatsraad of auditeur-generaal, adjunct-auditeur-generaal of eerste auditeur of eerste referendaris bij de Raad van State; c) hetzij van rechter of referendaris bij het Grondwettelijk Hof; d) hetzij van gewoon hoogleraar, buitengewoon hoogleraar, hoogleraar of geassocieerd hoogleraar in de recht
en in een ...[+++]Belgische universiteit; e) hetzij van voorzitter, procureur-generaal of raadsheer bij het hof van beroep; f) hetzij van voorzitter van een rechtbank van eerste aanleg; B. ten minste gedurende vijf jaar lid van de Senaat of de Kamer van volksvertegenwoordigers zijn geweest en er op het moment van benoeming in de Commissie geen lid meer van zijn; C. ten minste gedurende vijf jaar, maar niet langer op het moment van benoeming in de Commissie, openbaar mandataris zijn geweest als bedoeld in artikel 2, 2° tot 10°, van de wet van 6 januari 2014.