6° l'interfonctionnement des appareils de radiocommunications avec l'équipement des réseaux de radiocommunications et de télécommunications aux fins d'établir, de modifier, de taxer, de maintenir et de libérer des connexions réelles ou virtuelles».
6° de interactie van de toestellen voor radioverbindingen met de installaties van de radiocommunicatie- en telecommunicatienetten ten behoeve van het tot stand brengen, het wijzigen, het aanrekenen, het in stand houden en het beëindigen van reële of virtuele verbindingen».