Dans un délai de deux mois à compter de la date de la publication prévue à l’article 118 octies, paragraphe 3, premier alinéa, tout État membre ou pays tiers ou toute personne physique ou morale ayant un intérêt légitime, résidant ou établie dans un État membre autre que celui qui a demandé la protection ou dans un pays tiers, peut s’opposer à la protection envisagée, en déposant auprès de la Commission une déclaration dûment motivée concernant les conditions d’admissibilité fixées dans la présente sous-section.
Lidstaten, derde landen of natuurlijke of rechtspersonen met een legitiem belang die woonachtig of gevestigd zijn in een andere lidstaat dan die waar de bescherming is aangevraagd, of in een derde land, kunnen gedurende uiterlijk twee maanden na de in artikel 118 octies, lid 3, eerste alinea, bedoelde bekendmaking bezwaar tegen de voorgestelde bescherming aantekenen door bij de Commissie een met redenen omklede verklaring in te dienen met betrekking tot de in deze subsectie bepaalde voorwaarden om voor bescherming in aanmerking te komen.