La Cour de justice invoque aussi généralement l'arrêt rendu dans l'affaire C-186/98 (paragraphes 9 et 14 des motifs de l'arrêt), dans lequel, interprétant l'article 5 du TCE (devenu l'article 10), elle établit que les États membres sont tenus de prendre toutes mesures propres à garantir l'efficacité du droit communautaire et que ces mesures peuvent être de nature pénale même lorsque la réglementation communautaire ne prévoit qu'une sanction de nature civile.
Een tweede arrest waar de juridische dienst van de Commissie regelmatig naar verwijst is de uitspraak van het Hof in zaak C-186/98 (punten 9 en 14 van de overwegingen), waarin met betrekking tot de interpretatie van artikel 5 van het EG-Verdrag (nu artikel 10) wordt gesteld dat de lidstaten verplicht zijn alle passende maatregelen te nemen om de doeltreffendheid van het Gemeenschapsrecht te verzekeren, en dat dergelijke maatregelen strafrechtelijke sancties kunnen inhouden, ook wanneer de Gemeenschapsregeling enkel voorziet in een civielrechtelijke sanctie.