6. La présence temporaire sur le territoire d'un État partenaire de tous articles, y compris les composants d'un élément de vol, en transit entre un point quelconque au sol et un quelconque élément de vol de la Station spatiale immatriculé par un autre État partenaire ou par l'ASE ne constitue pas en soi un motif permettant d'engager, dans le premier État partenaire, une quelconque action pour contrefaçon de brevet.
6. De tijdelijke aanwezigheid op het grondgebied van een Deelnemende Staat van voorwerpen, met inbegrip van de samenstellende delen van een vluchtelement, die worden vervoerd tussen een plaats op aarde en een vluchtelement van het ruimtestation dat door een andere Deelnemende Staat of het ESA is geregistreerd, kan op zichzelf geen aanleiding zijn voor een rechtsgeding in de eerste Deelnemende Staat wegens inbreuk op een octrooi.