A la suite de remarques de plusieurs députés qui s'interrogeaient sur la place réservée à « l'expérience subjective de la victime », à la « sensibilité de chacun » ou à la « perception subjective de la victime » (ibid., pp. 5 et 6), la référence au caractère manifestement gênant, inquiétant ou angoissant fut supprimée (ibid., n° 1046/6, n° 1046/8, p. 8).
Naar aanleiding van opmerkingen van verschillende volksvertegenwoordigers die vragen hadden bij de plaats van « de subjectieve ervaring van het slachtoffer » of de « gevoeligheid van elkeen » (ibid., pp. 5 en 6), werd de verwijzing naar het kennelijk hinderlijke, verontrustende of kwellende karakter geschrapt (ibid., nr. 1046/6, nr. 1046/8, p. 8).