De verzoekende partijen voeren in het tweede onderdeel van het zesde middel nog aan dat de bestreden bepalingen afbreuk doen aan het vertrouwensbeginsel, in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat een militair die medische problemen heeft, de hoedanigheid van militair kan verliezen, zonder het optreden van de militaire commissie voor geschiktheid en reform en zonder recht op een militair pensioen, terwijl zulk een militair vóór de inwerkingtreding van de bestreden bepalingen erop vermocht te hopen door de voornoemde commissie te worden gepensioneerd.
Die klagenden Parteien führen im zweiten Teil des sechsten Klagegrunds weiter an, dass die angefochtenen Bestimmungen gegen den Grundsatz des rechtmäßigen Vertrauens in Verbindung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verstießen, indem eine Militärperson, die medizinische Probleme habe, die Eigenschaft als Militärperson verlieren könne ohne Beteiligung der militärischen Kommission für Tauglichkeit und Ausmusterung und ohne Anspruch auf eine Militärpension, während eine solche Militärperson vor dem Inkrafttreten der angefochtenen Bestimmungen habe hoffen können, durch die vorerwähnte Kommission pensioniert zu werden.