De EFSA concludeerde dat het onwaarschijnlijk is dat riboflavine (E 101(i)) en riboflavine-5′-fosfaat-natrium (E 101(ii)) bij de momenteel toegestane gebruiksdoeleinden en gebruiksconcentraties een veiligheids-probleem opleveren als levensmiddelenadditieven.
Die Behörde gelangte darin zu dem Schluss, dass Riboflavin (E 101(i)) und Riboflavin-5′-phosphatnatrium (E 101(ii)) im Rahmen der derzeit zugelassenen Verwendungen und Verwendungsmengen als Lebensmittelzusatzstoffe nicht bedenklich sein dürften.