Zoals blijkt uit punt 46 van het arrest van het Hof van Justitie, moet een dienstverrichter worden geacht door de Staat te zijn gemachtigd wanneer hij « verplicht » is de aan hem opgedragen sociale diensten te verstrekken, waarbij een dergelijke verplichting in die zin moet worden begrepen dat zij de verbintenis inhoudt om die diensten te verstrekken met inachtneming van uitoefeningsvoorwaarden die voldoen aan vastgestelde kwantitatieve en kwalitatieve eisen.
Wie aus Randnummer 46 des Urteils des Gerichtshofes der Europäischen Union hervorgeht, ist ein Dienstleistungsanbieter als vom Staat beauftragt anzusehen, wenn er die « Verpflichtung » hat, die ihm anvertrauten sozialen Dienstleistungen zu erbringen, wobei eine solche Verpflichtung so zu verstehen ist, dass sie die Erbringung der betreffenden Dienstleistung zwingend vorschreibt, und zwar unter Beachtung bestimmter Durchführungsbedingungen, die festgelegten quantitativen und qualitativen Erfordernissen entsprechen.