3. Wanneer een onderdeel dat is voorzien van de EG-verklaring van overeenstemming of van geschiktheid voor gebruik, of een systeem dat vergezeld gaat van de verklaring van verificatie niet aan de voorschriften voldoet, neemt de lidstaat passende maatregelen tegen degene die de EG-verklaring van overeenstemming of van geschiktheid voor gebruik, of de EG-verklaring van verificatie heeft opgesteld.
(3) Wenn eine Komponente, für die eine EG-Konformitäts- oder EG-Gebrauchstauglichkeitserklärung vorliegt, oder ein System, für das eine EG-Prüferklärung vorliegt, nicht konform ist, ergreift der Mitgliedstaat die gebotenen Maßnahmen gegen den Aussteller der EG-Konformitätserklärung, der EG-Gebrauchstauglichkeitserklärung oder der EG-Prüferklärung.