23. is blij met de inspanningen van het EDA en de Commissie in verband met een regeling voor EU-brede voorzieningszekerheid, zoals hen was opgedragen door de Europese Raad, en ziet uit naar een routekaart met specifieke stappen die in juni 2015 moet worden voorgelegd ter goedkeuring door de staatshoofden en regeringsleiders; verzoekt de Commissie en het EDA precies aan te geven in hoeverre het voorstel van het Parlement over "een alomvattende en ambitieu
ze EU-regeling voor gegarandeerde aanvoer (...) die gebaseerd is op een stelsel van wederzijdse garanties en een risico- en behoefteanalyse, eventueel met gebruik van de rechtsgrond voor
...[+++] permanente gestructureerde samenwerking" (A7-0358/2013) is opgenomen in het voorbereidende werk; is van mening dat de door de Commissie in het verleden gebruikte methoden, zoals het in kaart brengen en monitoren, ontoereikend waren; benadrukt dat moet worden gefocust op nieuwe benaderingen van de manier waarop het vrije verkeer van militaire uitrusting voor de strijdkrachten van de 28 lidstaten kan worden gegarandeerd; 23. begrüßt die Arbeit der Europäischen Verteidigungsagentur und der Kommission an einem EU-weiten Mechanismus der Versorgungssicherheit, wie er vom Europäischen Rat in Auftrag gegeben wurde, und sieht dem Fahrplan mit spezifischen Schritten, der im Juni 2015 zur Billigung durch die Staats- und Regierungschefs vorgelegt werden soll, erwartungsvoll entgegen; fordert die Kommission und die Europäische Verteidigungsagentur auf, detaillierte Auskünfte darüber zu erteilen, in welchem Maße der Vorschlag des Parlaments
für ein „EU-weites umfassendes und ambitioniertes System zur Gewährleistung der Versorgung (...), das auf gegenseitigen Garant
...[+++]ien und einer Analyse der Risiken und Anforderungen begründet ist und für das unter Umständen der rechtliche Rahmen der ständigen strukturierten Zusammenarbeit genutzt werden kann“ (A7-0358/2013), in die Vorarbeiten einbezogen wurde; ist der Ansicht, dass die von der Kommission bislang verwendeten Verfahren wie Aufzeichnung und Überwachung unzureichend waren; unterstreicht die Notwendigkeit, sich auf neue Ansätze zu konzentrieren, mit denen der freie Verkehr von militärischer Ausrüstung für die Streitkräfte der 28 Mitgliedstaaten gewährleistet wird;