Hoewel het juist is dat, zoals de verzoekende partij aangeeft, de installaties voor warmtekrachtkoppeling niet uitdrukkelijk worden beoogd door de voormelde richtlijn 2009/28/EG, is die energie, zoals de Ministerraad aangeeft, wanneer zij wordt geproduceerd met behulp van hernieuwbare energiebronnen, hernieuwbare energie in de zin van artikel 2, onder a), van die richtlijn.
Es trifft zwar zu, wie die klagende Partei anführt, dass Anlagen für Kraft-Wärme-Kopplung nicht ausdrücklich in der vorerwähnten Richtlinie 2009/28/EG erwähnt sind, doch, wie der Ministerrat anführt, ist diese Energie, wenn sie aus erneuerbaren Energiequellen erzeugt wird, eine erneuerbare Energie im Sinne von Artikel 2 Buchstabe a dieser Richtlinie.