Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat de noodzakelijkheid van een algemene uitzondering op de fiscale bevoegdheid van de gemeenten ten aanzien van de intercommunales wat commerciële activiteiten betreft die zij in rechtstreekse concurrentie met de privésector uitoefenen, niet meer is aangetoond.
Aus dem Vorstehenden ergibt sich, dass die Notwendigkeit einer allgemeinen Ausnahme zur Steuerbefugnis der Gemeinden hinsichtlich der Interkommunalen, die Handelstätigkeiten ausüben, die in direktem Wettbewerb zum Privatsektor stehen, nicht mehr erwiesen ist.