61. onderkent de mogelijkhed
en die alomvattende mensenrechtendialogen met derde landen bieden, in het bijzonder indien deze effectief worden gecombineerd met de uitvoering van landenstrategieën inz
ake mensenrechten; benadrukt echter dat de dialogen niet mogen worden aangegrepen om discussies over de mensenrechten tijdens andere politieke dialogen op hoger niveau, zoals de toppen, op een zijspoor te zetten; dringt er eveneens op aan dat overwegingen inzake de mensenrechten centraal worden gesteld in de betrekking
...[+++]en met derde landen;
61. weist auf das Potenzial hin, das umfassende Gespräche über Menschenrechte mit Drittländern bergen, insbesondere, wenn diese Gespräche mit der Umsetzung der Länderstrategien im Bereich Menschenrechte verbunden werden; betont, dass diese Dialoge jedoch nicht dahingehend instrumentalisiert werden sollten, dass die Menschenrechtsdebatte auf anderen, höheren Ebenen des politischen Dialogs, wie beispielsweise bei Gipfeltreffen, nur eine marginale Rolle spielt; fordert gleichermaßen, dass Menschenrechtserwägungen bei den Beziehungen zu Drittländern eine zentrale Rolle spielen;