(b) Wanneer een onderdaan van een lidstaat ervan wordt verdacht zich in een andere lidstaat schuldig te hebben gemaakt aan strafbaar gestelde gedragingen als bedoeld in artikel 3 van de richtli
jn van het Europees Parlement en de Raad inzake de bescherming van het milieu door het strafrecht, en de lid
staat de betrokkene louter op grond van zijn of haar nationaliteit nog niet aan die andere lidstaat uitlevert, legt deze lidstaat de zaak aan zijn bevoegde autoriteiten voor opdat, indien
daartoe aanleiding ...[+++]bestaat, een strafvervolging kan worden ingesteld.
(b) Jeder Mitgliedstaat befasst, wenn einer seiner Staatsangehörigen beschuldigt wird, in einem anderen Mitgliedstaat eine Straftat, zu der die in Artikel 3 der Richtlinie des Europäischen Parlaments und des Rates über den strafrechtlichen Schutz der Umwelt genannten Handlungen gehören, begangen zu haben, und er den Betreffenden allein aufgrund von dessen Staatsangehörigkeit bislang nicht ausliefert, seine zuständigen Behörden mit diesem Fall, damit gegebenenfalls eine Verfolgung durchgeführt werden kann.