De Brusselse Hoofdstedelijke wetgever heeft zich beperkt tot wat absoluut noodzakelijk is voor het voeren van een doeltreffend en op deelname van de burger afgestemd beleid, waarbij geen afbreuk wordt gedaan aan de bevoegdheid van de gemeenschappen, het te voeren beleid in de audiovisuele sector niet in het geding is en niet wordt geraakt aan de programmatievrijheid van de gemeenschappen, noch aan de modaliteiten betreffende de uitzending en de ontvangst van de programma's.
Der Brüsseler Ordonnanzgeber habe sich auf das für eine wirksame und auf Teilnahme der Bürger abgestimmte Politik absolut Notwendige beschränkt, ohne die Zuständigkeit der Gemeinschaften zu beeinträchtigen, ohne die Politik auf dem audiovisuellen Sektor in Frage zu stellen und ohne weder an die Programmgestaltungsfreiheit der Gemeinschaften noch an die Modalitäten bezüglich der Ausstrahlung und des Empfangs der Programme zu rühren.