Traduction de «regio's en steden » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

Regio's en Steden van Europa | RECITE [Abbr.]
Regionen und Städte Europas | RECITE [Abbr.]

Regio's en steden voor Europa
Regionen und Städte Europas

Europees netwerk van steden en regio's voor de sociale economie | Reves [Abbr.]
Europäisches Netzwerk der Städte und Regionen für Sozialwirtschaft

regio's van Slowakije [ regio's van Slovakije ]
Regionen der Slowakei

regio's van Bulgarije
Regionen Bulgariens

Europees Comité van de Regio's [ Comité van de Regio's | Comité van de Regio’s van de Europese Unie | CvdR ]
Europäischer Ausschuss der Regionen [ AdR | Ausschuss der Regionen | Ausschuß der Regionen | Ausschuss der Regionen der Europäischen Union ]

honing differentiëren afhankelijk van de regio
Honigarten anhand der Herkunft unterscheiden | Honigsorten anhand der Herkunft unterscheiden

de financiële situatie van een regio beschrijven
die finanzielle Lage einer Region beschreiben

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

58. keurt desalniettemin goed dat stadsbeleid in het verslag wordt benadrukt, gezien het belang van steden in de gemondialiseerde economie en hun potentiële impact op het gebied van duurzaamheid; wijst erop dat de Europese regio's en steden zich inzetten voor de overgang naar een groenere groei, zoals verankerd in het Burgemeestersconvenant; beveelt aan om de grootste verschillen in ontwikkeling tussen plattelandsgebieden en stedelijke gebieden ook naar behoren aan te pakken, evenals de problematiek in grootstedelijke regio's, die zowel veerkrachtig als kwetsbaar zijn;
58. heißt angesichts der Bedeutung der Städte in der globalisierten Wirtschaft und ihrer potenziellen Auswirkungen im Hinblick auf die Nachhaltigkeit dennoch gut, dass den mit den städtischen Gebieten zusammenhängenden Themen ein zentraler Stellenwert in dem Bericht zukommt; nimmt das Eintreten der europäischen Regionen und Städte für den Übergang zu einem grüneren Wachstum, wie es im Konvent der Bürgermeister zum Ausdruck gebracht wird, zur Kenntnis; schlägt vor, dass den schwerwiegenden Entwicklungsunterschieden zwischen ländlichen und städtischen Gebieten ebenfalls gebührend Rechnung getragen wird, genauso wie den Problemen in den Metropolregionen, in denen eine Widerstandsfähigkeit bei bleibender Krisenanfälligkeit zu verzeichnen ist;

Artikel 1. De volgende personen worden aangewezen als lid van de groep van deskundigen bedoeld in artikel 15, § 1quater, van het besluit van de Waalse Regering van 30 november 2006 tot bevordering van de groene elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen of uit warmtekrachtkoppeling : a) als vertegenwoordigers van de openbare overheden : a) mevr. Emilie Dumont, RESA; b) de heer Jean-Pol Genin, Intermixt; c) de heer Frédéric Lefevre, ORES; d) mevr. Marianne Duquesne, Union des Villes et Communes de Wallonie (Vereniging van steden en gemeenten van Wallonië); e) mevr. Sophie Vandermeeren, « Le Médiateur »; a) als vertegenwoordigers van de privé-belangen : a) de heer Philippe Delaisse, « Energie Facteur 4 »; b) de heer Jérôme Kervyn de Meerendre, Greenwatch; c) de heer Michel Schepens, vzw TPCV; d) de heer Olivier Lesage, « Test-Achat »; e) de heer Thomas Cypers, « Action Energie SPRL »; De « CWaPE » woont op uitnodiging de vergaderingen van de groep van deskundigen met raadgevende stem bij.
Artikel 1 - Folgende Personen werden zu Mitgliedern der in Artikel 15 § 1quater des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 30. November 2006 über die Förderung des mittels erneuerbarer Energiequellen oder Kraft/Wärme-Kopplung erzeugten Stroms vorgesehenen Sachverständigengruppe ernannt: 1° Mitglieder, die die öffentlichen Behörden vertreten: Frau Emilie Dumont, RESA; Herr Jean-Pol Genin, Intermixt; Herr Frédéric Lefevre, ORES; Frau Marianne Duquesne, "Union des Villes et Communes de Wallonie"; Frau Sophie Vandermeeren, Le Médiateur; 2° Mitglieder, die die privaten Interessen vertreten: Herr Philippe Delaisse, Energie Facteur 4; Herr Jérôme Kervyn de Meerendre, Greenwatch; Herr Michel Schepens, asbl TPCV; Herr Olivier Lesage, Test-Achat; Herr Thomas Cypers, Action Energie SPRL; Auf Einladung nimmt die Wallonische Kommission für Energie ("Commission wallonne pour l'énergie") ("CWaPE") mit beratender Stimme an den Versammlungen teil.

De Minister kan de administratie ermee belasten de (niet-)erkenning ter kennis te brengen van de steden en gemeenten die een aanvraag hebben ingediend.
Der Minister kann die Verwaltung damit beauftragen, den Städten und Gemeinden, die einen Antrag eingereicht haben, die Anerkennung oder Nichtanerkennung zu notifizieren.

Toelagen en vergoedingen (personeel en werking) aan de 5 grote Waalse steden inzake "Grootstedenbeleid" (overeenkomst duurzame steden) (Beren, Charleroi, La Louvière, Luik, Seraing).
Zuschüsse und Entschädigungen (Personal- und Funktionskosten) an die 5 wallonischen Großstädte in Sachen "Großstadtpolitik" (nachhaltige Stadt-Vertrag) (Mons, Charleroi, La Louvière, Liège, Seraing).

« Programma 16.03 : Stadsvernieuwing en -heropleving en afgedankte bedrijfsruimten : Toelagen en vergoedingen aan 7 grote Waalse steden inzake "Grootstedenbeleid".
"Programm 16.03 : Stadterneuerung und städtische Neubelebung und Sanierung der stillgelegten Gewerbebetriebsgelände : Zuschüsse und Vergütungen an sieben große wallonische Städte in Sachen "Großstadtpolitik".

Subsidies aan de gemeenten in het kader van het beheer van het Plan voor maatschappelijke cohesie in de Waalse steden en gemeenten.
Zuschüsse an die Gemeinden im Rahmen der Politik des Plans für die soziale Kohäsion in den Städten und Gemeinden der Wallonie.

A. overwegende dat er nieuwe ontwikkelingsmodellen moeten worden gevonden voor de regio's en steden in de lidstaten die te maken hebben of hebben gehad met ontvolking;
A. in der Erwägung, dass innovative Entwicklungsmodelle für die Regionen und Städte der Mitgliedstaaten erstellt werden sollten, die Phasen der Entvölkerung erlebt haben oder durchlaufen;

3. merkt op dat een hogere levensverwachting, lage geboortecijfers en migratie demografische veranderingen teweeg hebben gebracht, met belangrijke verschillen tussen diverse regio's in Europa, met grote verschillen tussen lidstaten, regio's en steden, soms ook in steden;
3. stellt fest, dass eine höhere Lebenserwartung, eine geringere Fruchtbarkeit und die Migration einen demografischen Wandel ausgelöst haben, wobei beträchtliche territoriale Schwankungen in Europa und große Unterschiede zwischen Mitgliedstaaten, zwischen Regionen und zwischen Städten und manchmal auch innerhalb der Städte selbst festzustellen sind;

6. meent dat de regionale economische structuur van nature complex is en dat er sprake is van een bepaalde mate van verwevenheid van economie, maatschappij en milieu; meent dat, hoewel het bbp nog steeds een belangrijk en rigoureus instrument is om ontwikkeling te meten bij de uitvoering van programma's in regio's en steden, het soms een onvolledig beeld kan schetsen waarin geen rekening wordt gehouden met de huidige situatie in de regio's; is daarom van mening dat er een gedegen, eerlijk, open en wetenschappelijk debat over het nut van het gebruik van andere indicatoren ter aanvulling op het bbp zou moeten plaatsvinden; onderstreept dat, hoewel het bbp het belangrijkste criterium moet blijven voor doelstelling 1, ook andere criteria moeten worden gebruikt voor de vaststelling van de categorieën en prioriteiten van de steun voor doelstelling 2-regio's, afhankelijk van de respectievelijke sociale, economische, demografische, geografische en milieuproblemen waarmee zij te kampen hebben, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1083/2006; merkt op dat de lidstaten derhalve zouden kunnen overwegen te zoeken naar andere indicatoren – sociale en milieufactoren, bijvoorbeeld – die een vollediger beeld opleveren van het welzijn van de maatschappij, van de specifieke kenmerken van regio's en steden die onder doelstelling 1 en 2 vallen, en van de toegevoegde waarde van het EU-beleid op nationaal niveau, zodat grote weinig ontwikkelde gebieden niet worden uitgesloten van de door het gemeenschappelijk Europees cohesiebeleid geboden ontwikkelingskansen;
6. vertritt die Auffassung, dass Komplexität eine Eigenschaft der regionalen Wirtschaftsstruktur ist und dass in einem gewissen Grad Wechselbeziehungen zwischen Wirtschafts-, Gesellschafts- und Umweltpolitik bestehen; ist der Ansicht, dass das BIP zwar nach wie vor ein geeignetes und präzises Instrument zur Messung der Entwicklung bei der Umsetzung von Programmen in Regionen und Städten ist, aber manchmal ein unvollständiges Bild vermitteln dürfte, bei dem die tatsächlichen regionalen Gegebenheiten ausgeblendet werden; vertritt deshalb die Auffassung, dass eine gründliche, faire, offene und wissenschaftlich fundierte Debatte über die Vorzüge anderer Indikatoren als Ergänzung zum BIP geführt werden sollte; betont, dass das BIP zwar das Hauptkriterium für Ziel 1 bleiben sollte, in Bezug auf die Kategorisierung und Prioritätensetzung bei der Unterstützung für Ziel-2-Regionen aber auch andere Kriterien herangezogen werden sollten, bei denen die auf den entsprechenden gesellschafts-, wirtschafts- und umweltpolitischen sowie demografischen und durch die geografische Lage bedingten Schwierigkeiten dieser Regionen berücksichtigt werden, und zwar in Übereinstimmung mit der Verordnung (EG) Nr. 1083/2006 des Rates; stellt fest, dass die Mitgliedstaaten erwägen könnten, weitere Indikatoren zu ermitteln, beispielsweise umwelt- und gesellschaftspolitische Faktoren, die ein umfassenderes Bild vom Wohlstandsniveau der Gesellschaft, den besonderen Merkmalen der unter Ziel 1 und Ziel 2 fallenden Regionen und dem durch die EU-Politik auf nationaler Ebene erbrachten Mehrwert vermitteln könnten, damit ausgedehnte, schwach entwickelte Gebiete nicht von der Entwicklungsförderung im Rahmen der gemeinsamen europäischen Kohäsionspolitik ausgeschlossen bleiben;

6. benadrukt de belangrijke rol van regionale en lokale autoriteiten bij de verwezenlijking van de doestellingen op het gebied van energie-efficiëntie en is daarom voorstander van een gedecentraliseerde benadering op meerdere niveaus van het energiebeleid en van energie-efficiëntie, zoals het Convenant van burgemeesters en het smart cities-initiatief; benadrukt het belang van een bottom-upbenadering van het energiebeleid van de EU voor steden en regio's, gericht op schone en energie-efficiënte investeringen; benadrukt dat afstemming van het toekomstige cohesiebeleid op de strategie Europa 2020 een belangrijk mechanisme ter bevordering van lokale en regionale ontwikkeling zou opleveren voor het verlenen van steun ten behoeve van slimme, economisch concurrerende en duurzame groei in de lidstaten, regio's en steden;
6. betont, dass die regionalen und lokalen Gebietskörperschaften maßgeblichen Einfluss auf die Verwirklichung der Ziele im Bereich Energieeffizienz haben, und unterstützt daher im Bereich der Energiepolitik und der Energieeffizienz einen mehrere Ebenen umfassenden dezentralisierten Ansatz und damit auch den Bürgermeisterkonvent und die Initiative „intelligente Städte“; unterstreicht die Bedeutung eines unmittelbar von den jeweiligen Gegebenheiten vor Ort ausgehenden energiepolitischen Ansatzes der EU für Städte und Regionen, mit dem Investitionen in umweltfreundliche und energieeffiziente Vorhaben angeregt werden; betont, dass durch die Angleichung der künftigen Kohäsionspolitik an die Strategie „Europa 2020“ ein wesentliches Instrument zur Förderung der Entwicklung vor Ort und in den Regionen geschaffen werden könnte, das intelligentes, wettbewerbsfähiges und nachhaltiges Wachstum in den Mitgliedstaaten, Regionen und Städten ermöglichen würde;