De programma’s voor onderzoek naar de in punt a) van de eerste alinea van dit artikel bedoelde plaagorganismen worden gebaseerd op een beoordeling van het risico van de insleep, vestiging en verspreiding van die plaagorganismen op het grondgebied van de betrokken lidstaat en moeten ten minste betrekking hebben op de plaagorganismen die de grootste risico’s opleveren en de voornaamste plantensoorten die aan die risico’s blootstaan.
Für Schadorganismen gemäß Absatz 1 Buchstabe a beruhen die Überwachungsprogramme auf einer Bewertung des Risikos der Einschleppung, der Ansiedlung oder der Verbreitung dieser Schädlinge in das bzw. im Hoheitsgebiet des betreffenden Mitgliedstaats und zielen mindestens auf die Schädlinge, die das bedeutendste Risiko darstellen, und die Pflanzensorten, die diesen Risiken ausgesetzt sind, ab.