De aanpak van beide instellingen kwam op veel punten overeen, bijvoorbeeld met betrekking tot de noodzaak de nationale vertegenwoordiging in het toezichts- en adviespanel t
e versterken: beide instellingen waren het ermee eens dat er naast de door het Parlement (3), de Raad (3), de Commissie (3) en het Comité van de regio's (1) aangestelde leden eveneens twee vertegenwoordigers zouden moeten worden aangedu
id door de lidstaat waar de Hoofdstad gelege ...[+++]n zal zijn.
Es herrschte weitgehende Übereinstimmung zwischen den Konzepten der Organe. Beispielsweise sahen beide das Erfordernis, die einzelstaatliche Vertretung in der für die Auswahl und das Monitoring zuständigen Jury zu stärken: Beide Gesetzgebungsorgane waren sich einig, dass zusätzlich zu den vom Parlament (3), dem Rat (3), der Kommission (3) und dem Ausschuss der Regionen (1) benannten Mitgliedern dem Mitgliedstaat, dem die Kulturhauptstadt angehört, die Möglichkeit eingeräumt werden sollte, zwei Vertreter zu ernennen.