De voorlopige conclusie van de Commissie was dan ook dat het feit dat Samsung op basis van haar essentiële UMTS-octrooien een voorlopig en definitief inbreukverbod tegen Apple vorderde, gezien de uitzonderlijke omstandigheden van de zaak en het ontbreken van iedere objectieve rechtvaardiging, bezwaren deed rijzen ten aanzien van de vraag of dergelijke vorderingen van een inbreukverbod wel verenigbaar waren met artikel 102 VWEU.
Die Kommission gelangte zu der vorläufigen Schlussfolgerung, dass die Vereinbarkeit der auf Basis seiner UMTS-SEP erfolgenden Unterlassungsbegehren von Samsung gegen Apple mit Artikel 102 AEUV angesichts der außergewöhnlichen Umstände des Falls zweifelhaft war, da eine objektive Rechtfertigung für dieses Vorgehen fehlte.