78. verlangt dat de Europese Unie zich i
n het kader van het internationaal maritiem beleid actief inzet voor een herziening en actualisering van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 en van de Overeenkomst van 28 juli 1994 inzake de toepassing van deel XI van dat verdrag (zie PB L 179 van 23.6.1998, blz. 129), en met nam
e de internationale regelingen ten aanzien van de veiligheid van de zeescheepvaart, het voorkomen van vervui
...[+++]ling van de zee en de bescherming en het behoud van het mariene milieu te verbeteren; verlangt bovendien dat de EU-autoriteiten in het bijzonder bevorderen dat de EU-lidstaten effectief gebruik maken van de bindende arbitrage door het Internationaal Hof voor het Recht van de Zee, dat op grond van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee in 1996 werd opgericht en is gevestigd in Hamburg, aangezien de lidstaten geschillenbeslechting door het Internationaal Hof voor het Recht van de Zee tot nu toe helaas uit de weg gaan; 78. Urges the EU
, in the context of international maritime policy, to revise and update the UN Convention of 10 December 1982 on the Law of the Sea and the Agreement of 28 July 1994 relating to the implementation of matters governed by Part XI of the Law of the Sea Convention (cf. OJ L179, 23.6.1998, p.129), and in particular to improve international rules on the safety of
maritime transport, marine pollution prevention, and protection and preservation of the marine environment; in addition calls on the EU authorities to make a particular effort to ensure that the EU Member States make effective
...[+++] use of the legally binding dispute settlement procedure embodied in the International Tribunal for the Law of the Sea, which was set up in 1996, with its seat in Hamburg, on the basis of the UN Convention on the Law of the Sea, as regrettably Member States have to date tended not to settle disputes through the International Tribunal for the Law of the Sea;