2. De lidstaten zorgen ervoor dat de bevoegde regelgevende autoriteit functioneel gescheiden is van andere instanties of organisaties die bij de bevordering of het gebruik van kernenergie of radioactief materiaal betrokken zijn, onder meer op het gebied van elektriciteitsproductie en toepassingen van radio-isotopen, of bij het beheer van verbruikte splijtstof en radioactief afval, teneinde te zorgen voor de daadwerkelijke onafhankelijkheid van ongewenste beïnvloeding bij haar regelgevende taken.
2. Member States shall ensure that the competent regulatory authority is functionally separate from any other body or organisation concerned with the promotion or utilisation of nuclear energy or radioactive material, including electricity production and radioisotope applications, or with the management of spent fuel and radioactive waste, in order to ensure effective independence from undue influence on its regulatory function.