Wat betreft amendement 3 over de uitzondering van alcoholhoudende dranken bij de restaurantdiensten heeft de Commissie de samenhang van het communautaire beleid in acht genomen, in het bijzonder de noodzaak van samenhang tussen de btw en de accijnzen, maar ook de samenhang met het algemene gezondheidsbeleid binnen de EU. In tegenstelling tot wat sommigen vrezen, zal een onderscheid tussen voedsel en niet-alcoholische dranken enerzijds en alcoholische dranken anderzijds, geen ernstige administratieve belasting voor bedrijven opwerpen.
On Amendment 3: on the exclusion of alcoholic beverages from the restaurant services, the Commission respected the coherence of Community policies, in particular the need for coherence between VAT and excise duties, but also considering the global health policy of the EU. Contrary to some concerns, differentiating between food and non-alcoholic beverages, on the one hand, and alcoholic beverages, on the other hand, does not create a serious administrative burden for businesses.